„Waar kun je je kinderen beter brengen dan bij Jezus?” Die vraag stelde ds. W.J.C. van Blijderveen zaterdag in Putten tijdens een toerustingsbijeenkomst van de Bond van Hervormde Zondagsscholen.
De predikant van de hersteld hervormde gemeente in Kruiningen en voorzitter van de zondagsscholenbond opent de landelijke toerustingsbijeenkomst voor leidinggevenden vanuit Markus 10:13-16. „Midden in een moeilijke, theologische discussie over de heiligheid van het huwelijk, komen vaders en moeders met hun kinderen tot Jezus. De discipelen proberen het te verhinderen, maar Jezus ontvangt hen.”
Bij Jezus is de enige troost in leven en sterven te vinden, zegt ds. Van Blijderveen. „Zijn kostbare bloed, verzoening met God, vrede, de aanneming tot kinderen en de heerlijke wetenschap dat God in Christus een genadige Vader is, Die ons ziet en kent. Er is geen gezegender mens dan die zeggen kan: „Ik ben in Christus.” Jezus omarmt de kinderen, heet hen welkom en zegent hen.”
Pastoraat
„In het pastoraat blijkt dat er veel nood is, die is ontstaan in de kinderjaren”, zo begint Niek Bakker de hoofdlezing met een citaat uit het boek ”Weid mijn lammeren” van Else Vlug. Bakker is jeugdwerkadviseur bij het Interkerkelijk Kenniscentrum (IKC).
„Voorkomen is beter dan genezen”, stelt hij. „Een veilige zondagsschool begint met gezonde geestelijke begeleiding van het kind. Maar wat vaak onder veilig jeugdwerk wordt verstaan, hoort mijns inziens bij gezond gemeente-zijn. De profielschets van een leidinggevende van de zondagsschool toont iemand die versterkt is in de genade van Christus Jezus, getrouw en geloofwaardig is, en bekwaam is om te leren, volgens 2 Timotheüs 2:2.”
Als dit functioneert, is veilig jeugdwerk volgens Bakker nog steeds een thema. „Het luistert nauw, want het ergeren van kinderen heeft volgens Mattheüs 18 vreselijke gevolgen.”
Bakker vraagt aandacht voor mensen die in het jeugdwerk actief zijn, maar zelf beschadigingen meedragen. „Denk er goed over na vanuit welke motieven je actief bent in het kinderwerk.”
Ook kan iemand die zich eerder schuldig heeft gemaakt aan grensoverschrijdend gedrag, leidinggevende willen worden. Bakker: „Dan is er een breed draagvlak nodig en is voorzichtigheid geboden. De kinderen zijn immers de meest kwetsbaren van de gemeente.”
Bakker noemt enkele verschuivingen die zichtbaar zijn in het jeugdwerk, bijvoorbeeld dat kinderen minder geleerd wordt om zich te voegen naar het belang van de groep. Ze zijn gewend dat er wordt aangesloten bij hun individuele behoeften. „Maar”, stelt Bakker, „juist in de kerk wordt gewerkt aan het belang van de gemeenschap en de dienstbaarheid daaraan.”
Onveiligheid kan een thema worden als men steeds meer moeite heeft met gezag in de kerk, aldus Bakker. Volgens hem wordt God steeds meer gezien als een probleemoplosser, terwijl het leven niet maakbaar is. „Niet alles wordt opgelost, maar met Jezus in je leven ben je veilig.”
Gedrag
Tijdens een van de workshops staat Erna van Dulken, gezinswerker en jeugdwerkadviseur, stil bij ”Aandacht voor ieder kind”. Een inventarisatie onder de deelnemers laat zien dat iedereen tegen verschillend gedrag van kinderen aanloopt. De workshopleider vertelt uit eigen ervaring dat je vanwege hun gedrag soms van tevoren al kunt opzien tegen bepaalde kinderen in je groep.
„Blijf het kind zien en wees naar je collega’s open over waar je tegenaan loopt”, adviseert Van Dulken. „Probeer diversiteit te benutten en zorg dat je daar zicht op hebt, bijvoorbeeld door vooraf kenmerken van de kinderen met elkaar in kaart te brengen. Dat zorgt ervoor dat je ze beter ‘ziet’. Bied ook variatie, zodat je inspeelt op de diverse interesses van kinderen.”
Gevouwen handen
Veertig zondagsscholen zijn zaterdagochtend vertegenwoordigd. Met het thema ”Veilig aan Jezus’ hart” wordt nagedacht over de vraag hoe je zorgt voor een veilige en liefdevolle omgeving als basis om kinderen bij Jezus te brengen.
„Wat is het belangrijk werk en een verantwoordelijkheid”, reageert een leidinggevende uit Hedel. „Deze ochtend inspireert aan het begin van het seizoen, want je ziet altijd op tegen de eerste keer”, vult haar collega aan. „Je denkt vaak: ik bak er niks van, maar we mogen weer beginnen met gevouwen handen.”